Dancing Paradiso te KollumMarianne Vaatstra: de feiten en de bewijslast
20 november, 2012 | Auteur: mr. drs. Bou
Dancing Paradiso te KollumGisteren werd bekend gemaakt dat er in de zaak Vaatstra een verdachte is aangehouden
op grond van een match met zijn DNA.
Op BOUblog gaf dat nogal wat drukte, want heel veel mensen denken dat de zaak nu is
opgelost.
Een stroom van eerste reacties, die door mij moeten worden goedgekeurd alvorens ze
zichtbaar worden, kwam neer op:
“Zie je nou wel! Je zat helemaal fout! Bied je excuses maar aan!”
Soms gingen deze vergezeld van scheldwoorden aan mijn adres, terwijl schelden op
BOUblog toch verboden is, maar in alle gevallen ging het om mensen die overtuigd waren
dat de zaak Vaatstra nu eindelijk is opgelost.
Niets is echter minder waar!
De dader zou een koeienboer zijn die in de buurt woont en indertijd 31 jaar oud was.
Hij moet Marianne ‘s nachts om half 2 zijn tegengekomen op de Keningswei, waar zij zou
rijden op een gestolen fiets, op weg naar huis.
Ze zou zijn afgestapt en vrijwillig met hem het weiland in zijn gelopen, waar hij haar tijdens
een uit de hand gelopen vrijpartij de kleren van het lijf heeft gesneden, haar twee maal
heeft verkracht, gewurgd met haar BH en haar tot slot de keel heeft doorgesneden.
Deze verklaring strookt echter niet met de feiten en de verklaringen van de getuigen!
Deze staan in een lang artikel van André Vergeer en Wim Dankbaar op Klokkenluider.
Uit dat artikel neem ik alleen de feiten over, waarbij de tijdslijn belangrijk is.
++++++
Bewijslast in de zaak VaatstraDoor Klaske Ferwerda, Wim Dankbaar en André Vergeer.
Om enige lijn in het hele verhaal aan te brengen hebben wij de getuigenissen op een rijtje
gezet.
Alle verklaringen zijn door ons soms meer dan driedubbel gecheckt en wij hebben vergeefs
geprobeerd om onze bevindingen aan te bieden aan het Openbaar Ministerie en aan het
Cold-caseteam Vaatstra.
De algehele conclusie moet zijn dat de verklaringen van Spencer Sletering, zijn vriend
Wietze en van Stephanie van Reemst tegenover de politie niet kunnen kloppen.
Uit andere verklaringen wordt de achterdocht van de bewoners van Kollummerland uit 1999
meer dan bewaarheid.
En dat het OM evenmin in de waarheid geïnteresseerd is, in tegendeel zelfs.
De asielzoekers Ali H. Hassan (hoofdverdachte) en Feik Mustafa zijn door het OM/Justitie in
het weekend van de moord al uit het AZC Kollummerland weggesluisd waarna het grootste
deel van het onderzoeksteam in 1999 het bos ingestuurd is met halve waarheden en hele
leugens.
Wij roepen daarom alle getuigen op die nog iets weten over die avond/nacht van 30 april op
1 mei 1999 om zich bij ons te melden om hun verklaring mee te kunnen wegen in ons
onderzoek.
Het moeten er volgens ons nog zeker een tiental zijn.
De getuigenFeik Mustafa en Ali H. Hassan worden op de dag en de avond van Koninginnedag 30 april
1999 in Kollum herkend door verschillende getuigen.
In de vroege avond (rond 18.30 uur) worden zij herkend door 2 getuigen in café ‘t Filtsje.
Bij die gelegenheid was de 14-jarige Stephanie van Reemst aanwezig als het vriendinnetje
van Feik Mustafa.
Op dat moment wordt door 3 getuigen gezien dat de vriend van Marianne, Spencer
Sletering, ruzie heeft met Feik en Ali.
Tegen een van deze getuigen vertelt Spencer zelfs: “Ze gaan straks mijn vriendin pakken”.
Een half uurtje later (rond 19.00 uur) wordt tenminste Feik Mustafa en een andere
asielzoeker opnieuw herkend op de Voorstraat in Kollum door een van die getuigen; nu in
het gezelschap van Stephanie van Reemst en haar donkere vriendin Tineke Visser.
Dit is op een paar honderd meter afstand van ‘t Filtsje.
De fietsen van Spencer en zijn vriend Wietze worden daarbij gesaboteerd door alle vier de
ventielen te verwijderen.
Dat deze fietsen dus onbruikbaar waren gemaakt wordt (deels achteraf) door 7
onafhankelijke getuigen bevestigd, waaronder de vader van Marianne en een politieagente.
Rond 24.00 uur sluit een medewerkster van café ‘t Filtsje de deur voor de laatste
bezoekers.
Nog in het café aanwezig waren toen o.a. Marianne, Stephanie, Spencer en Wietze en de
twee asielzoekers Ali en Feik.
Ook zag zij een Duitser die zij later aan zou wijzen als Ludger Dill.
Volgens de getuige was het nog steeds een broeierig sfeertje.
Rond 00.30 uur staat Stephanie van Reemst weer bij die lekke fietsen in de Voorstraat,
nu in het gezelschap van Marianne, gezien door een getuige.
Hierbij merkt Marianne op dat de vier ventielen zijn verwijderd.
Op dat moment rijdt de Duitser Ludger Dill voorbij in zijn auto, hij bukt zich en hij kijkt
nadrukkelijk naar de beide meisjes.
Twee andere getuigen zien Spencer en zijn vriend Wietze echter op precies datzelfde
moment (00.30 uur) op de Trekweg aan de buitenrand van Kollum, ter hoogte van de
tennisvelden: “Spencer zat te prutsen aan een fiets die om een paal hing”.
Marianne was daar inderdaad niet bij aanwezig.
De getuige aan de Voorstraat hoort enkele ogenblikken later (+/- 00.32 uur) een luide gil,
het dichtslaan van een autoportier en het wegscheuren van een auto.
Stephanie (zij was daar dus nog bij aanwezig), zou later verklaren dat zij door Feik Mustafa
“ernstig was verkracht”.
Haar vader verklaart in oktober 1999 “dat zij vanwege die verkrachting nog bij een
fysiotherapeut loopt omdat zij op dat moment zwaar verwond was geraakt”.
Rond 01.30 uur wordt Spencer weer gezien op de Voorstraat in Kollum door twee getuigen.
Nu loopt hij samen met zijn vriend Wietze op het “Raboplein” en beiden lopen met een
lekke fiets.
Een van deze getuigen ziet dat Spencer zijn fiets over het plein schopt en uiteindelijk
over/tegen een paal gooit.
Daarna worden zij meegenomen door zijn moeder in een groene Citroën Saxo.
Deze auto blijkt later eigendom van de vader van Spencer, Dick Sletering.
De signalementen van Spencer en Wietze en die van de moeder van Spencer kloppen exact
met de beschrijving door die getuige.
Rond 08.30 uur die ochtend worden, door de echtgenoot van deze getuige aan de
Voorstraat, die twee lekke fietsen nog waargenomen op het Raboplein.
Om 13.30 uur die dag waren die fietsen weer verdwenen.
Een politieagente zou later bevestigen dat die fietsen er inderdaad stonden.
Rond datzelfde tijdstip (01.30 uur) worden Spencer en Wietze even later weer gezien in
“De Pyramide”, een shoarmazaak in Buitenpost op enkele minuten van Kollum, waar zij
o.a. een limonade bestellen.
De vader van Spencer, Dick Sletering, blijkt vanaf dat moment ongeveer twee weken lang
een vaste bezoeker te zijn geweest van “De Pyramide”.
Toeval of niet, een van de twee getuigen die Spencer en Wietze nog had gezien op de
Trekweg (om 00.30 uur) was daar in die weken bezig de zaak op te knappen.
Tot een gesprek tussen hen beiden is het echter niet gekomen.
Was Dick nieuwsgierig of die getuige zou praten?
Spencer en Wietze zouden, onder regie van het OM, volhouden dat zij Marianne op de fiets
hebben weggebracht naar “De Swadde” in Buitenpost waarna zij de laatste 8 kilometer
alleen verder zou fietsen via Veenklooster naar Zwaagwesteinde.
De ouders van Marianne hebben daar vanaf het begin zeer grote twijfels over omdat
Marianne nooit op zo’n laat tijdstip alleen naar huis zou fietsen.
Zij was bang in het donker, zeker gezien de doodsbedreiging van enkele weken daarvoor
door Feik Mustafa en Ali H. Hassan bij de Ringobar in Veenklooster.
Deze schermutseling met Marianne en haar vriend G.A. en de keeldoorsnijdende bedreiging
door Feik is door 2 onafhankelijke getuigen bevestigd.
Rond 08.30 uur die zaterdagochtend loopt een bewoonster/getuige een bebloede Ali H.
Hassan, met een mes in zijn hand, tegen het lijf op het adres in de Kleine Kerkstraat 17 te
Leeuwarden.
Ali: “Zij hadden haar strot verder door moeten snijden..”. “Wie?”, vraagt deze getuige.
Ali: “Marianne Vaatstra..”.
Deze getuige herkent Ali aan de hand van zijn opsporingsfoto van het OM als Ali H. Hassan,
zijn korte gedrongen gestalte, zijn zeer teruggetrokken karakter en aan zijn
adressenboekje waarin adressen uit Zwaagwesteinde en omgeving Kollum staan.
Ali had haar voordien nog naar een adres in Damwoude gevraagd waarbij hij haar dat
boekje toonde.
Rond datzelfde tijdstip (08.30 uur die zaterdagmorgen) belt een bezorgde Bauke Vaatstra,
naar het adres van Spencer omdat Marianne niet thuis gekomen is.
De vader van Spencer, Dick Sletering, zegt: “Ik denk wel dat Spencer thuis is want zijn fiets
staat hier in de schuur met een lekke band”.
Spencer springt op de fiets van zijn moeder en gaat naar het centrum van Buitenpost waar
hij toevallig vriend G.A. tegenkomt.
Samen zoeken zij de omgeving van “De Swadde” en ‘t Paradyske af, zoals o.a. achter de
voetbalvelden, de Fierljepplaats, de weg ‘t Paradyske naar het AZC en tot aan de
achterkant van de parkeerplaats van het zwembad.
Een route die dus niets te maken heeft met de door Spencer officieel verklaarde route die
hij zegt samen met Wietze en Marianne te hebben gevolgd “tot aan het tunneltje” zoals hij
direct tegenover de ouders van Marianne verklaarde en “tot aan De Swadde” in zijn officiële
verklaring tegenover de politie en de media.
Onderweg worden zij gebeld door een zoekende vriendin van Marianne: “Op welke fiets
reed Marianne?”.
Spencer: “Dat weet ik niet, dan moet ik hem eerst zien”.
Aangekomen bij de Keningswei waar Marianne zou worden gevonden, vraagt de vriendin in
het bijzijn van Bauke opnieuw aan hem:
“Op wat voor fiets reed Marianne? Is het deze?”.
Waarop Spencer zegt: “Dat weet IK toch niet?”.
Vriendin: “Waar hebben jullie Marianne voor het laatst gezien?”
Spencer: “Bij het tunneltje.”
Ook nu blijkt dat Spencer dus is gaan zoeken op plekken waar hij Marianne nooit zou
vinden als zijn eigen verhaal klopt, en een leugen nodig heeft om zijn verhaal te
ondersteunen.
De moeder van Marianne vraagt aan Spencer zodra zij hem spreekt:
“Hoe laat zijn jullie uit de club Paradiso weggegaan?”
Spencer: “Om 24.00 uur.”
“En waar was Marianne toen?”
Spencer: “Die liep zo’n beetje achter ons aan”.
Deze verklaring klopt niet met een andere getuige uit café ‘t Filtsje die Marianne, Spencer
en Wietze rond 24.00 uur nog in haar zaak had gezien in het gezelschap van Stephanie van
Reemst.
En daar waren wel (opnieuw) Ali Hassan en Feik Mustafa en Ludger Dill bij aanwezig.
Deze getuige weet dat zeker omdat zij de deur rond 24.00 uur nog had gesloten om geen
nieuwe klanten meer toe te laten.
Dit klopt ook niet met het officiële verhaal dat Spencer later op zou laten tekenen door een
journalist:
“Wij zijn om ongeveer 01.00 uur vertrokken uit de Paradiso. Telkens opnieuw vertelde ik
hetzelfde verhaal..”.
Welke reden kan Spencer dan eigenlijk nog hebben gehad om zijn tweede bezoek aan ‘t
Filtsje, samen met Marianne, die avond niet te melden?
Was het mogelijk de onverwachte aanwezigheid (opnieuw) van Ali en Feik?
Moest hun – tweede – ontmoeting die avond dan verborgen blijven om Feik en Ali niet extra
te compromitteren?
Want let wel, als publiek bekend zou worden dat Feik en Ali, Marianne een paar weken
eerder al met een keeldoorsnijdend gebaar hadden bedreigd met
“We krijgen jou nog wel”
....en als publiek bekend zou worden dat Feik en Ali al eerder op die avond ruzie hadden
gemaakt met Spencer:
“Vanavond gaan ze mijn vriendin pakken”,
dan kon de derde ontmoeting met Feik en Ali rond 24.00 uur op die Koninginnedag alleen
nog maar wijzen op een serieuze confrontatie..
Stephanie van Reemst en haar familie zouden later ook al blijven volhouden dat zij al rond
23.30 uur thuis was gekomen.
Dat klopt ook al niet met de getuige die haar en Marianne nog om 24.00/00.15 uur in haar
zaak had gehad en met de getuige die haar samen met Marianne nog rond 00.30 uur had
gezien op de Voorstraat.
Het moment dat Marianne daadwerkelijk verdween.
Een beveiliger van het toenmalige AZC verklaart dat hij Ali H. Hassan nog heeft uitgezwaaid
op de avond van Koninginnedag rond 23.30 uur.
Ali was als enige van het groepje op de fiets.
Een getuige verklaart dat er een fiets werd aangetroffen op de rotonde Lauwersmeerweg –
Keningswei rond het tijdstip van 01.00 en 01.30 uur.
Deze fiets was de volgende ochtend verdwenen.
Twee getuigen verklaren dat er een “Afghaan” hen op de fiets “als een gek” inhaalde, vanuit
Veenklooster in de richting van diezelfde rotonde.
Een of meer getuigen hebben verklaard dat zij twee “donkere types” hebben waargenomen
in een greppel langs de Keningswei met de handen voor hun ogen.
Een of meer getuigen hebben verklaard tegenover rechercheur Wiltje Bakker dat zij twee
asielzoekers hadden gezien tussen Veenklooster en het AZC.
De een was lang en sportief, 1.80 lang en op een sportieve fiets met gele/oranje
vlammetjes.
En de ander was kort, met een gezet postuur en in trainingsbroek en trainingsjasje.
Deze laatste was ca. 1.60 lang en kon niet bij de trappers van zijn fiets.
Een badmeester zou later een blauw en bebloed trainingsjack aantreffen bij zwembad ‘t
Paradyske en aan de politie overhandigen.
Hij heeft daar nooit meer iets van gehoord.
Het bloed op dat jack moet toch minstens door het NFI zijn onderzocht op DNA.
Dan is het minstgenomen vreemd dat daar door het OM nooit een officiële verklaring over
is gegeven.
Een boer zou later verklaren dat de Keningswei regelmatig werd bezocht door asielzoekers
die daar langere tijd vertoefden in hun auto langs de weg.
Een of meer getuigen verklaren dat de speurhonden, ingezet op die zaterdagmorgen 1 mei,
werden tegengehouden en teruggeroepen bij de achterkant van het hek van het AZC en ter
hoogte van een beruchte caravan van enkele Duitsers die zich met louche zaken
bezighielden (o.a. drugs, porno, leren kleding, etc.).
Een vrijwillig medewerker van de Brandweer zou later verklaren, dat die bewuste caravan
van de Duitsers die enkele weken later in de fik vloog, niet (direct) mocht worden geblust.
Een (toen) 13-jarig meisje zou maanden later verklaren dat die bewuste – uitgebrande –
caravan van de Duitser Wolfgang Hebben was waar alle hoofdpersonen zoals Feik Mustafa,
Ali H. Hassan, Ludger Dill en de “vrienden” van Marianne, Spencer en Wietze regelmatige
bezoekers waren.
Zij werd echter door de wethouder van de gemeente en door de adjunct-directeur Louis Uil
op haar hart gedrukt dat die caravan NIET van Wolfgang Hebben was.
Diverse andere getuigen hebben echter ook verklaard dat dit op een leugen gebaseerd is.
Op zondag 2 mei 1999 wordt, door twee politieagenten uit Friesland, in de nachtelijke uren
een asielzoeker, zich Ali noemende, binnengebracht in het grenshospitium Amsterdam.
Twee getuigen hebben hier positief over verklaard.
Ali was onverzorgd, ongewassen en had geen papieren, geen paspoort, geen geld of andere
persoonlijke spullen bij zich.
Signalement: kort en gedrongen en nogal in zichzelf teruggetrokken.
Een getuige herkent hem aan de hand van de opsporingsfoto als Ali H. Hassan.
Deze Ali is op dinsdag 4 mei al op een vliegtuig gezet met onbekende bestemming.
De portier van de Ringobar in Veenklooster en een of meer andere getuigen verklaren dat
Ali H. Hassan inderdaad kort en gedrongen is en betrokken was bij de bedreiging van
Marianne, enkele weken voor de moord.
Ook de toenmalige beveiligers van het AZC en diverse andere getuigen bevestigen dit
signalement.
Vreemd genoeg ontkende minister Hirsch Ballin recentelijk nog dat Ali Hassan een kort en
gedrongen figuur had.
Op maandag 3 mei 1999 wordt een 13-jarige getuige gebeld door Feik Mustafa
“Dat zij ook zal worden vermoord als zij zou praten tegen de politie”.
Deze getuige doet een dag later aangifte bij de politie van doodsbedreiging.
Nadat zij maandenlang het huis nauwelijks meer uit durfde vanwege herhaaldelijke
(telefonische) bedreiging, is zij op 10 september 1999 (haar eerste schooldag) alsnog
aangerand door twee asielzoekers, met blijvend nekletsel tot gevolg.
Haar ouders besloten vanwege deze bedreigingen hun huis te verkopen en in een andere
gemeente te gaan wonen.
Medio februari 2009 komt zij Ali H. Hassan en zijn neef Jano Hassan ineens tegen in
Groningen.
Op de Koninginnedag daarop, wordt zij door Jano Hassan gebeld of zij een afspraakje met
hem wilde maken op diezelfde dag, maar dan wel na middernacht.
Ook dit jaar is zij nog opnieuw bedreigd.
Stephanie van Reemst zou op 14 mei 1999 pas (tegen haar zin) aangifte doen van
verkrachting door Feik Mustafa in de avond/nacht van 30 april.
Haar verkrachting is waar of niet waar, maar haar aangifte bevestigt wel een aantal feiten
die ook weer door andere getuigen is verklaard.
Zo bewijst het onomstotelijk dat Feik Mustafa op die avond/nacht van Koninginnedag in
ieder geval in Kollum was, en wel degelijk in het gezelschap van Stephanie.
Drie andere getuigen hebben hem die avond dan ook daadwerkelijk gezien in haar
gezelschap.
Maar ook in het gezelschap van Ali Hassan en van Spencer en Wietze.
Tweemaal in ‘t Filtsje en nog eens opnieuw bij de fietsen van Spencer en Wietze toen deze
werden gesaboteerd.
Zeker is, dat het OM daar – officieel – nooit melding van heeft gedaan.
En Spencer en Wietze deden dat ook al niet.
Want waarom hebben zij nooit verklaard dat zij als laatste adres ‘t Filtsje aandeden?
Het huis waar de fietsen van Spencer en Wietse stondenDaarnaast is de vriendin van Stephanie, de (licht) getinte Tineke Visser, ook al door twee
getuigen gezien toen Feik en Ali die fietsen van Spencer en Wietze, in de aanwezigheid van
Stephanie saboteerden.
De familie Visser weigert tot op heden om op welke vraag dan ook nog antwoord te geven.
Liever bellen zij direct de politie.
Hoe ingewikkeld kan het voor hen eigenlijk helemaal zijn?
Sterker, de moeder van Tineke Visser heeft op die zaterdag voor alle zekerheid een
“morning afterpil” gehaald voor Stephanie maar verklaarde later tegenover intimi dat zij
toch echt grote twijfels had over die verkrachting.
En zij heeft op die zaterdag 1 mei ook de moeder van Stephanie nog ingelicht maar de
vader van Stephanie hoorde pas op 14 mei van een politieagent dat zijn dochter “ernstig
verkracht” was.
Nog gisteren meldde zich bij ons een 8e getuige die Spencer en Wietze die nacht rond 01.30
uur was tegengekomen met twee lekke fietsen.
Daarmee is het tenminste zeer ongeloofwaardig geworden dat Spencer en Wietze Marianne
uberhaupt nog hebben begeleid op hun fiets richting De Swadde in Buitenpost.
En, als Marianne NIET door hen is begeleid naar Buitenpost blijft de enige optie dat zij dus
rond 00.30 uur nog in Kollum was.
Snapt u die consequentie in samenhang met de leugens van Stephanie?
Het pleintje waar Spencer en Wietze werden opgehaald rond 1:30 uurEn, zoals Stephanie op basis van haar aangifte nooit meer kan ontkennen dat zij die
avond/nacht in het gezelschap was van Feik, zo kan ook Spencer nooit meer ontkennen dat
hij rond 24.00 uur in het gezelschap was van Marianne.
De vraag blijft dan of hij toen nog in Paradiso was of, zoals anderen verklaren, in ‘t Filtsje.
In het gezelschap van de hoofdverdachten van de moord.
En dan doen die lekke banden hem alsnog de das om.
ACHT getuigen die ervan weten dat hij twee lekke banden had..
Twee beveiligers van het toenmalige AZC verklaren dat Feik Mustafa inderdaad op 3 mei al
is overgeplaatst naar het AZC Musselkanaal; een centrum voor asielzoekers met
onaangepast gedrag (AMOG).
Bij navraag kregen zij van Louis Uil te horen “Omdat hij zijn leven hier niet meer zeker is”.
De adjunct-directeur zelf van het toenmalige AZC bevestigt dit ook nog eens in een recent
telefoongesprek tegenover Wim Dankbaar maar in “zijn beleving” was dat naar Drachten.
Wel gaf hij toe dat Feik toen al enkele dagen (het weekend van de moord!) was verhoord
op het bureau Buitenpost en dat de “Driehoek” daartoe had besloten omdat zij dat er niet
bij konden hebben vanwege de moord op Marianne.
Van een aangifte wegens verkrachting van Stephanie van Reemst tegen Feik Mustafa was
toen echter aantoonbaar nog geen sprake.
De aanhouding van Feik kan dan alleen nog maar worden uitgelegd als verdachte van de
moord.
Tal van getuigen hadden hem al dat weekend getipt vanwege de bedreiging van Marianne,
enkele weken voor de moord.
Van Feik is op dat moment wel – voor alle zekerheid – DNA afgenomen i.v.m. de moord op
Marianne.
In een anonieme verklaring uit 2006 wordt gemeld dat er op 3 mei 1999 een asielzoeker in
het diepste geheim was binnengebracht in het AZC Musselkanaal.
De twee speciaal aangewezen beveiligers kregen een strikte zwijgplicht opgelegd en de
asielzoeker mocht onder geen beding contact hebben met zijn medebewoners.
Verklaard werd dat deze asielzoeker enkele dagen later is afgevoerd door de
vreemdelingendienst en het land was uitgezet wegens verkrachting en de moord op
verschillende vrouwen in eigen land.
Op 3 mei 1999 doet de moeder van een vriendin van Stephanie (Tineke Visser), anoniem
aangifte tegen Feik Mustafa van verkrachting van een 14-jarig meisje (Stephanie dus).
Twee weken later krijgt de vader van Stephanie van Reemst de schrik van zijn leven als hij
op het bureau voor het eerst hoort van de vermeende verkrachting van Stephanie.
De aangifte wordt, ondanks interventie van advocaat Hans Anker, geseponeerd.
Ook de artikel 12-procedure voor het Gerechtshof te Leeuwarden loopt uit op een fiasco
wegens gebrek aan bewijs.
Exact een jaar later, in mei 2000, krijgt Feik Mustafa alsnog de A-status van onze
Nationalisatie- en Immigratiedienst en wordt hij ergens in Nederland regulier gehuisvest
omdat hij van alle blaam is gezuiverd.
Medio 1999 ontmoeten twee Nederlandse getuigen ene “teruggetrokken” Ali in Noorwegen.
Hij voldoet aan het signalement van kort en vadsig van de hoofdverdachte in de moordzaak
op Marianne en wordt herkend uit de opsporingsfoto van het OM.
Uit zijn dagvaarding of vonnis blijkt dat deze man omstreeks 4 of 5 mei 1999 in Noorwegen
was aangekomen en dat hij in het bezit was van een adressenboekje met adressen uit
Friesland, w.o. Zwaagwesteinde en Kollum.
Na enkele weken is deze Ali verdwenen en de eerste getuige neemt op 9 augustus contact
op met Dominique Weesie van De Telegraaf.
Ondanks een toezegging van het grote belang van deze getuigenis wordt hij niet
teruggebeld door Weesie.
Na een week belt de getuige opnieuw waarop Weesie verklaart dat DIE Ali al door de
recherche was uitgesloten op grond van zijn DNA.
Dit berust op een leugenachtige verklaring van Weesie (of van het OM) omdat het OM pas in
oktober 1999 een verdachte Ali in Turkije aan had laten houden en “uitgesloten” zou hebben
op zijn DNA.
Het OM gaat er van uit dat de “gemiddelde Nederlander” te dom is om hun bedrog te
doorzien..
Uit diverse gesprekken tussen het cold-caseteam van de Vaatstra-zaak en enkele van
“onze” getuigen blijkt dat het Nederlandse onderzoeksteam in oktober 1999 in Turkije zeer
sterk is tegengewerkt – en zelfs ernstig bedreigd is – door de Turkse autoriteiten.
Hieruit wordt ook onomstotelijk duidelijk dat het “Team” zelfs niet eens zelf het wangslijm
heeft afgenomen van de zgn. Turkse Ali Hassan in Istanbul en blijkbaar maar wat in handen
geduwd heeft gekregen zodat de uitsluiting op grond van zijn DNA al op een aparte leugen
gebaseerd was.
In een tweetal uitzendingen van SBS 6 uit 1999 wordt deze Turkse Ali geïnterviewd en ook
daaruit blijkt opnieuw dat deze persoon niet de gezochte hoofdverdachte is van de moord
op Marianne Vaatstra.
Dit wordt nog eens extra ondersteund door de verklaringen van een groot aantal getuigen
die bij herhaling protest hebben aangetekend tegen die zgn. Turkse Ali.
Hij werd niet alleen niet herkend in (het AZC van) Kollum maar hij had bovendien een
lengte van omstreeks 1.90 m.
De hoofdverdachte van de moord was echter slechts 1.60 m. lang zoals door ALLE getuigen
is verklaard en door het OM in 1999 ook is verklaard in een interview tegenover De
Telegraaf.
Bovendien heeft de Turkse Ali toegegeven dat hij eigenlijk alleen naar Nederland was
gekomen vanwege een levensbedreigende hartkwaal waar hij ook subiet aan is geopereerd.
Dit kan nooit worden verward met een altijd sportende Ali Hassan.
Hij deed volgens zijn begeleiders niet alleen aan voetbal maar ook aan volleybal en leende
regelmatig fitness-apparatuur.
In een interview tegenover Omrop Fryslan moet officier van justitie mr. Roelof de Graaf
inderdaad ook toegeven dat hij DIE Turkse Ali allang niet meer verdacht voordat het team
afreisde naar Istanbul.
Sterker nog, in 2002 zijn er opnieuw vingersporen van deze Turkse Ali opgevraagd van de
Turkse politie.
Uitsluiting op grond van zijn DNA werd dus op dat moment in 2002 niet eens meer
vertrouwd.
Let wel, de uit Turkije opgestuurde vingersporen van Ali konden uiteraard eveneens zijn
ingestoken door de Turkse overheid.
Denk even na bij opgestuurde vingerafdrukken.
Uit de medio 1999 en later door het OM gepresenteerde daderprofielen en de zogenaamde
internationaal gesignaleerde asielzoekers is het ons meer dan duidelijk geworden dat de
vroegtijdig verwijderde Feik Mustafa en Ali H. Hassan vervangen moesten worden door
volkomen onschuldige barbertjes.
Ali H. Hassan werd vervangen door TWEE onschuldige Ali’s in Turkije en Feik Mustafa werd
al snel vervangen door de volkomen onschuldige Mohammed Akbari die zelfs al weken voor
de moord was vertrokken uit Kollum.
De Turkse Ali Hassan en Mohammed Akbari zijn bij herhaling onschuldig opgepakt en
dagenlang vastgezet in Istanbul en Londen in afwachting van hun DNA-onderzoek en een
nieuw getuigenverhoor.
Maar ook alle respectievelijke ministers en staatssecretarissen zijn in de afgelopen jaren
gedwongen geweest om op instigatie van het OM van Harm Brouwer aperte leugens op te
hangen tegenover de vragenstellers in de Tweede Kamer. O.a. Benk Korthals, Piet Hein
Donner, Albayrak, Hirsch Ballin en nu dus ook Fred Teeven, hebben zich al met droge ogen
voor dat karretje laten spannen:
Benk Korthals:
“Korthals volhardde in zijn standpunt dat de officier van justitie (mr. De
Graaf) in een documentaire van Omrop Fryslan ‘onjuiste en onvolledige’ uitspraken deed
over de aanhouding van de Irakese asielzoeker Ali Hassan.
Volgens hem was de asielzoeker wel degelijk verdachte, zo onderstreepte hij gisteren in
een debat met de Kamer”.
Mr. Roelof de Graaf, toenmalig zaaksofficier had tegenover Omrop Fryslan in niet mis te
verstane bewoordingen bekend dat de Turkse Ali helemaal niet meer verdacht was omdat
hij niet in Friesland was tijdens de moord.
Desondanks wordt die Turkse Ali nog vandaag door OvJ mr. Henk “De Hakkelaar” Mous
gezien als de toenmalige hoofdverdachte.
Alleen heel Kollum is het daar niet met hem eens..
Piet Hein Donner:
“Procureur-generaal Harm Brouwer (toenmalig zaaks/hoofdofficier in
Leeuwarden) krijgt geen standje van minister Piet Hein Donner van justitie vanwege
uitspraken over de Vaatstra-zaak.
Volgens de bewindsman heeft Brouwer in een interview de familie van de vermoorde
Marianne niet willen kwetsen”.
Hilbrand Nawijn had hem dat namelijk verweten in Kamervragen over Harm Brouwer, de
toenmalige hoofdofficier van justitie in Leeuwarden.
Brouwer ontkent toen verantwoordelijk te zijn geweest maar uit diverse krantenartikelen
blijkt dat hij wel degelijk nog in functie was ten tijde van de moord op Marianne.
Albayrak: De informatie uit de anonieme brief betreft de vermeende gang van zaken met
betrekking tot een bewoner van het AZC te Kollum ten tijde van de moord.
Het betreft informatie die bij het Openbaar Ministerie indertijd niet bekend was.
De Hoofdofficier van Justitie te Leeuwarden heeft de politie gevraagd na te gaan of deze
informatie juist is.
Op 6 september heeft het Openbaar Ministerie gemeld dat uit de onderzoek van de politie is
gebleken dat de beweringen in de anonieme brief niet juist zijn.
Het AZC Kollumerland is na de moord op Marianne Vaatstra direct opgenomen in het
buurtonderzoek dat enige weken heeft geduurd.
Het rechercheteam heeft met inwoners van het AZC gesproken en er is onder andere aan
de hand van folders/vragenlijsten in verschillende talen gevraagd om informatie en
getuigen.
Het COA heeft mij meegedeeld dat er op 3 mei 1999 geen asielzoeker is overgeplaatst van
AZC Kollumerland naar AZC Musselkanaal.
Volgens de informatie van het COA is er medio mei 1999 een asielzoeker overgeplaatst van
AZC Kollumerland naar AZC Musselkanaal.
Deze persoon heeft tot medio juni 1999 in de AMOG locatie gewoond en is tot begin
november opgevangen in een andere AZC in Nederland.
Het OM heeft mij bericht dat van deze persoon DNA is afgenomen en dat zijn DNA niet
overeen bleek te komen met het DNA-profiel van de dader.
Dat Albayrak hierover op een ongelooflijke manier heeft gelogen tegenover de Kamer blijkt
wel uit alle getuigenverklaringen van de beveiligers van het AZC, van een lid van de Rotary
uit Dokkum (gehoord uit de mond van burgemeester Visser zelf), van de adjunct-directeur
van het toenmalige AZC (Louis Uil), van een anonieme verklaring vanuit AZC Musselkanaal
en een verklaring van beveiligers van het grenshospitium Amsterdam.
Ook de vroegtijdige aanhouding van Feik Mustafa, voordat er uberhaupt aangifte tegen hem
was gedaan ter zake van verkrachting, maakt Albayrak meer dan ongeloofwaardig.
Hirsch Ballin:
“In 2007 heeft de politie Fryslan onderzoek verricht naar aanleiding van een
anonieme brief waarin werd vermeld dat er op 3 mei 1999 een bewoner van het azc in
Kollum heimelijk uit het land zou zijn verwijderd.
Het onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval was”.
De persoon F.M. is op 27 mei 1999 overgeplaatst vanuit het azc in Kollum naar het azc in
Drachten.
De overplaatsing van F.M. had geen relatie met de moord op Marianne Vaatstra. F.M. werd
verdacht van een zedenmisdrijf (zie ook het antwoord op vraag 4).
Gelet op de gespannen situatie rondom het azc in Kollum werd besloten om F.M. over te
plaatsen naar het azc te Drachten.
Van daaruit is F.M. op 2 juni 1999 overgeplaatst naar het azc Alphen aan den Rijn.
Als verblijfsvergunninghouder is hij, in mei 2000, vervolgens regulier gehuisvest.
“Er is een getuige die stelt F.M. op 30 april overdag gezien te hebben in het gezelschap van een
onbekende andere man.
Het signalement van deze man luidde klein en gezet.
De getuige herkende vervolgens de onbekende man van een opsporingsfoto als zijnde A.H. A.H. is
echter in het geheel niet klein en gezet”.
Dat ook minister Hirsch Ballin moest liegen van het OM van Harm Brouwer wordt duidelijk in
dit artikel.
“De hoofdverdachte heeft een klein, gedrongen postuur”.
Maar dit wordt ook nog eens bevestigd door ALLE betrokken getuigen in Kollum en
omgeving:
“Ali was gewoon een kort, vadsig mannetje.”Fred Teeven, in zijn brief aan Maaike Terpstra, de moeder van Marianne, die hij bij
herhaling had beloofd om de zaak op te pakken bij een nieuwe regering als Hirsch Ballin
van zijn laatste benen verlost was.
Laatstelijk beloofde hij haar dat nog persoonlijk bij een landelijke bijeenkomst over zinloos
geweld en in een rechtstreeks telefoongesprek waar wij getuige van waren.
Dit was echter zijn antwoord aan Maaike:
“Ik heb me de afgelopen weken persoonlijk in de zaak verdiept.
Ik heb daarbij gekeken of ik aanwijzingen vond voor zaken die aanleiding zouden geven
voor gebrek aan vertrouwen in het onderzoek dat het Openbaar Ministerie tot op heden
heeft gedaan”.Ik heb die aanwijzingen niet gevonden. (….)
“Zolang er aanknopingspunten bestaan voor onderzoek, zal worden doorgezocht.
Ik kan alleen de hoop uitspreken dat het onderzoek uiteindelijk tot resultaat zal leiden.” (….)
“Tenslotte benadruk ik dat wanneer bij u of anderen informatie voorhanden is over deze
zaak die nog niet in het bezit is van de politie of het Openbaar Ministerie, u die ter
beschikking van het OM kunt stellen.
Iedere nieuwe informatie of aanwijzing is welkom.
U kunt in dat geval contact opnemen met de hoofdofficier van Justitie te Leeuwarden,
mw. mr. A. Bronsvoort.”Hierbij willen wij graag verwijzen naar de herhaalde, vergeefse pogingen van Wim
Dankbaar om in contact en/of in gesprek te komen met het cold-caseteam Vaatstra en/of
zijn pogingen om een belangrijke tip door te geven aan het OM te Leeuwarden.
De Kerstborrel bleek daar echter veel belangrijker.
Klaske Ferwerda, Wim Dankbaar en André Vergeer.
+++++++
Hoe we tussen al deze feiten nog een koeienboer moeten frommelen die Marianne om half 2
‘s nachts zou zijn tegengekomen op een gestolen fiets op de Keningswei, is mij een
volslagen raadsel!
Hoe hij haar twee maal heeft kunnen verkrachten, zonder het gras te vertrappen, begrijp ik
ook niet.
Uit de ongeschonden staat waarin haar lichaam werd aangetroffen, blijkt dat Marianne zich
zelfs niet heeft verzet!
Ze had alleen twee kleine prikjes in haar been en haar hals was doorgesneden, maar dat
alles verliep heel netjes, zonder een druppel bloed!
Volgens PR de Vries is de zaak nu opgelost, maar van dat geknoei met DNA door het NFI
hebben we de buik reeds vol sinds Ernest Louwes werd veroordeeld voor de moord op de
weduwe Wittenberg in de Deventer moordzaak!
Rest mij nog slechts om de hele familie Steringa, en vooral vader Jasper, heel veel sterkte
toe te wensen in deze barre en bizarre tijden!
Daarbij ook nog altijd veel sterkte gewenst aan de familie Vaatstra, vooral aan moeder
Maaike die het spel al jaren doorziet, maar er machteloos tegenover staat!
Ook voor haar zal deze “oplossing” van de PR van het OM weer een klap zijn, maar ze weet
ook: zo gaat dat al sinds de dood van Marianne!
Deze lustmoord moet verdwijnen in de doofpot, dus een koeienboer kan er ook nog wel
bij…
Bron: BOUblog